Literatuur - Boeken - De Reis naar Dabar - Verdediging van de auteur

Met opzet is dit boek veelzijdig en dus veelhoekig opgebouwd, met een veelheid van scherpe punten en ‘hoektanden’, maar ook volgens een zoekende meetkunde, die, romantisch, contouren omfloerst. Het boek is geen blauwdruk of afdruk van de huidige maatschappij, maar veeleer een ‘tegendruk’, een reactie. Het is ‘tegenwerkend’ in die zin dat het zich afzet tegen het sceptische en relativerende post-modernisme en diens verloochening van levensidealen en grote verhalen. ‘De reis naar Dabar’ gaat over woorden en uiteindelijk over het Woord. Dabar betekent ‘Woord’ in het Hebreeuws, een woord dat voorkomt in het oude testament. De woorden in het boek groeien aan een hybride verbaal gewas, vol scheuten die nu eens ruiken naar een roman, laat staan een liefdesroman, een thriller-verhaal, dan weer naar een essay, een gedichtenbundel, een epistolaire uitstorting, een gebedenboek, of een minitractaat van quantumfysica, meta-fysica, economie, godsdienstgeschiedenis, judeo-christianisme, een toeristische gids van Israël, een filosofische fantasie, een satire van de politiek, een persiflage van de pers, een karikatuur van de universiteit...
Doorheen het lianenwoud van onderwerpen, genres en stijlen is dit boek een poging - ongetwijfeld hopeloos - om iets zinnigs te verwoorden over de menselijke existentie, die onvermijdelijk wentelt rond immer dezelfde vragen over dezelfde fenomenen: leven, liefde, lijden en dood. Het boek wil echter tot de kern doordringen, door de levensvragen te ‘deconstrueren’ en te reduceren tot één Woord, één logos, tot Dabar, de zinskern die zijnskern is of wordt. Het zoeken naar een zin geeft immers zin aan het zoeken en daardoor aan het menselijke bestaan en aan zijn beschrijving.

Personages:

David Titus: Doctorandus, later docent en professor gods- dienstfilosofie aan de KULeuven.
Clara Wieck: Doctoranda, later doctor in de economische wetenschappen, adviseur in het kabinet van de Eerste Minister
J.K. Mortal: Fysicus, professor-emeritus, Nobelprijs- winnaar
Louis Borg: blinde hoofdbibliothecaris van de universiteitsbibliotheek
Jacob Titus: Vader van David, administrateur-generaal van de Staatsveiligheid
Mevrouw J. Titus: moeder van David
Samuel Wieck: Vader van Clara, Antwerps diamantair, van joodse origine
M. Kenseys: Professor economie aan de KULeuven, promotor van Clara
Japhet Charoumi: Libanese vriend van David, kenner van het Midden-oosten
Prosper Bex: Directeur van de ‘Ecole Biblique’ in Jeruzalem
A. Weiszman: Professor aan de Hebreeuwse universiteitvan Jeruzalem
J. Zias:......;;
A. Cohen :........
M. de Koning van een land waarvan de naam begint met B
De Eerste Minister van een land " " " "
De minister van Landbouw " " " " " "
De voorzitters van de politieke partijen en de parlementsleden van een land " " " " " " "
God, Jahweh, Elohim, Adonaï, punt Omega, de Geest, Jezus Christus, het bewustzijn, de golf-functie ...

*
‘De Reis naar Dabar’, een ‘uitplooibaar’ geschrift, een multidimensionele goocheldoos, kan op verschillende manieren worden gelezen.

* als een thriller-verhaal
Dit veronderstelt dat de lezer tot hoofdstuk V geraakt. De ‘plot’ ontrolt zich rond een geheimzinnig rol-manuscript, van talmudische signatuur, dat zich sedert generaties bevindt in de joodse familie Wieck. David, wild verliefd op Clara, is ook gefascineerd door het raadselachtige perkament met de ‘neer bliksemende inhoud’ over het Woord. De ontcijfering van het geschrift voert hem vaak naar Israël. Buiten zijn weten geraakt hij aldus betrokken in het Israëlisch-Palestijns conflict. Clara Wieck, van haar kant, die erg positivistisch is ingesteld, maakt een opmerkelijk doctoraal proefschrift over de hervorming van de sociale zekerheid. Zij wordt aangeworven in het kabinet van de Eerste minister. De talrijke reizen van David Titus naar Israël, die bovendien de zoon is van de administrateur-generaal van de Staatsveiligheid, doen in en via een bepaalde pers het gerucht oprijzen dat David een geheim agent is in dienst van de Belgische en Israëlische geheime dienst (de Mossad). Aldus ontstaat de ‘zaak Titus’, die politiek wordt misbruikt, ook om de Premier te treffen. De ontwikkeling van de ‘zaak Titus’ volgt een onverbiddelijke logica en zal op tragische wijze het bestaan van David en Clara raken en overhoop gooien.

* als een liefdesroman (eerste deel)
David wordt dolverliefd op Clara, die hij opmerkt in de grote leeszaal van de bibliotheek. Hij tracht ze te veroveren dank zij een list. Hij schrijft een fictief dagboek, dat hij haar laat bezorgen. Een eerste ontmoeting heeft plaats en het klikt tussen beiden. Een vreemde, wat buitentijdse alchemische reactie ontstaat tussen beide jonge mensen. Zij vormen een buitennissig intellectueel koppel, die zich tussen de liefkozingen storten in discussies over filosofisch-religieuze en maatschappelijk-economische discussies. Ze vinden steun bij professor J.K. Mortal, die ze aanbidden maar niet begrijpen - hij geeft hen een ‘ongehoorde les’ - en bij de blinde bibliothecaris van de grote Bib, een niets ziende ziener. Om haar doctoraat tot een goed einde te brengen moet Clara haar onderzoek voortzetten aan de universiteit te Bologna. Haar scheiding van David valt zwaar. Beide geliefden organiseren een ultra-romantisch rendez-vous op de top van de Sankt Gothard-pas in Zwitserland, op de waterscheiding tussen Noord en Zuid in Europa. Daar vragen zij elkaar ten huwelijk. Na haar terugkeer doctoreert Clara en wordt aangeworven op het kabinet van de eerste Minister. David wordt docent aan de universiteit. Zij huwen in Jeruzalem volgens de katholieke en de joodse ritus. Hun huwelijksreis wordt onderbroken door een fax van de kabinetschef van de Premier die Clara opeist voor een dringende taak: het uitwerken van een hervorming van de sociale zekerheid. David en Clara verzeilen en verzinken in de tredmolen van hun respectieve activiteiten. De ‘zaak Titus’ breekt uit, een beproeving die hen nog dichter bij elkaar brengt. Na een periode van stilte keert David terug naar Israël met het familie-manuscript. Het onderzoek van de oude tekst met behulp van de electronenmicroscoop geeft verbluffende resultaten en openbaart een onwezenlijk mysterie. David begint aan zijn reis ‘naar Dabar’, naar het woord en zijn interpretatie. Clara aanvaardt dat David zijn roeping volgt.

* als een politieke satire en een mediatieke persiflage
Clara geraakt verstrikt in de politieke rimboe, waarbij de grenzen tussen werkelijkheid en fictie vervagen. Zij beleeft politieke en andere schandalen, waarvan sommigen ( een reusachtige melkfraude) worden verspreid door de premier om de aandacht af te wenden van de ernstige dossiers, zoals de hervorming van de RSZ. Clara volgt de debatten in het parlement en de werking van de onderzoekscommissies. Het optreden van de koning wordt aangeraakt. Ook de rol van de media, die manipuleren en gemanipuleerd worden. David en Clara worden uiteindelijk het slachtoffer én van de partijpolitiek en van de telecratie...

* als een essay gewijd aan de geschiedenis van de godsdiensten
aan het judeo-christianisme, aan de bijbelproblematiek, de oorsprong van het monotheïsme, de rol van Jezus Christus, de romeinse invloed in Judea, het verzet van de Joden tegen de romeinse bezetter (Massada), de joodse diaspora...tot en met het huidige Israëlisch-Palestijnse conflict. Beschrijving van een aantal joods-christelijk heilige plaatsen...

* als een geromanceerde filosofisch-religieuze reflectie:
betreffende de grote levensvragen, de ‘fusie’ van waarheid, goedheid en schoonheid, de verhouding geloof-wetenschap, de onttovering van het wereldbeeld, de bijdrage van de quantum-mechanica, het post-modernisme en de betekenis van de ethiek in een relativistische wereld, sociale rechtvaardigheid en de strijd tegen de armoede, de rol van de technologie en meer bepaald de computer, de spanning tussen transcendentie en immanentie. Dit laatste wordt symbolisch geïllustreerd door de paradoxale ontcijfering van het manuscript van de familie Wieck. Het geestelijk testament van David en de ontrafeling van de intrige bieden geen antwoord maar pogen tenminste de juiste vragen te stellen.

*als een (poëtisch) gebedenboek:
met talmudische teksten, waarvan sommigen fictief, fragmenten uit evangelies, het Egyptische dodenboek, de brieven en gedichten van David, o.m. geschreven vanuit de Sinaï, de homilieën van pater Bex...

* als een thesis-boek
de dispariteit van het boek - een mengvorm van barokke fantasie, romantiek, professoraal doceren, episch schilderen, cynisch persifleren, wetenschappelijk vulgariseren, dichterlijk en mystiek zweven - verhult en onthult een stelling.
De thesis van het boek wordt belichaamd door de hoofdpersonages Clara en David, twee jonge intellectuelen, obstinate zinzoekers, die zeer geminoriseerd zijn in de hedendaagse samenleving (van godsverduistering en onverschilligheid) en met hun opvattingen tot op zekere hoogte een catacomben-bestaan dienen te leiden. Het jonge koppel is aldus een ‘uitzonderingsgeval’, helemaal niet-exemplarisch voor de huidige generatie, buitenissig en in die mate ook enigszins onwezenlijk. Clara en David vormen - in de opvatting van de auteur - een ‘normatief’ stel, onrealistisch en in contramine met het conformisme van het non-conformisme en het post-modernisme. Hun bestaanservaring overstijgt de ‘zaak Titus’ en hun professionele perikelen, die slechts anekdotisch zijn in vergelijking met hun zoektocht naar wat echt belangrijk is. Clara en David - ofschoon ze vaak tegengestelde opvattingen koesteren - aanvaarden niet dat een einde is gekomen aan de geschiedenis, aan de grote verhalen, aan de idealen (soms belangrijker dan het leven), aan de ethiek, aan de cultuur, aan de politiek, aan de religie, aan het Godsbestaan (vooral bij David), aan de bijdrage van de wetenschap (vooral bij Clara). Aldus bieden zij weerstand aan heel wat verduistering. Hun geobsedeerde zoeken naar een zin zal hun bestemming bepalen en hun lot bezegelen in een samenleving die lijdt aan een gebrek aan ernst verergerd door een gebrek aan humor.