Binnenland - Standpunten - Oprichting van een waarde-overlegcentrum
De verandering is de enige constante van de hedendaagse geschiedenis. Dit heeft de aanhoudende wervelstorm van innovaties, gebeurtenissen en trendbreuken, op alle domeinen van het individuele en maatschappelijke leven tijdens de jongste decennia met een ongekende intensiteit aangetoond. De belangrijkste vraag die hierbij rijst met het oog op de toekomst van onze samenleving, luidt: ‘hoe de om zich heen grijpende, alom oprukkende veranderingen omzetten in menselijke vooruitgang?’. Niet alle veranderingen leiden tot vooruitgang. Veel veranderingen moeten worden bijgestuurd, sommigen moeten worden bevorderd, anderen bestreden. Maar in het licht van welke criteria? Het wordt een steeds meer onontkoombare vraag, die doorstoot naar de betekenis van de ‘kwaliteit’ van het leven en dus naar het waardenaspect van het menselijk bestaan in een omwentelende maatschappelijke omgeving. Een fundamentele ethische vraagstelling is hiermede onlosmakelijk verbonden, waarbij van meet af aan moet worden onderstreept dat ethiek en moraal, met zijn imperatieven en verbodsbepalingen, geen synoniemen hoeven te zijn. Ethiek verwijst vooral naar een levensnorm die beoogt zin te willen geven aan het menselijk bestaan als persoon-met-anderen-in-de-samenleving, waarbij het zoeken naar een zin reeds op zich zin geeft aan de menselijke existentie. Allerlei wetenschappelijke onderzoeken wijzen uit dat veel burgers van de post-industriële maatschappij het opgegeven hebben enige existentiële zingeving na te streven, een bewijs, een gevolg maar ook een oorzaak van de grote radeloosheid van veel mensen. Naar het beleid toe groeit de nood om ‘menselijke vooruitgang’ - hoe vaag dit begrip of deze waarde ook moge klinken - te verheffen tot beleidsnorm in alle domeinen. En dan gaat het niet enkel om de politiek maar ook evenzeer om het bestuur in ondernemingen, ziekenhuizen, universiteiten, sociaal-economische organisaties, lokale, nationale en internationale instellingen. De roep om de kloof tussen het steeds abstracter wordende beleid - de heerschappij van MEN - en de bestemmelingen van dit beleid te dichten, klinkt steeds luider. De actuele toestand roept het beeld op van het dramatische schilderij van Edvard Münch ‘de schreeuw’, waarop een uitzinnig personage afgebeeld staat met een wijd opengespalkte, roepende mond in een desolaat landschap, wat erop wijst dat niemand hem hoort. Vanuit een meer praktisch standpunt veronderstelt het bovenstaande dat de inhoud van een ‘menselijke vooruitgangsnorm’ wordt ingevuld en aangevuld in een geest van samenspraak en medewerking tussen diverse maatschappelijke geledingen. Of dat tenminste in die zin een poging wordt ondernomen. Beleid en bestuur op alle niveau’s van maatschappelijke organisatie en in alle gebieden zijn immers nooit waardevrij. Welke waarden zijn bepalend voor de toekomst van onze samenleving? Kunnen ze worden aangeduid, laat staan omschreven? En hoe kunnen zij dienstig worden gemaakt aan het toetsen van optredende veranderingen en beleidsmaatregelen? Kan de spanning worden overbrugd tussen de ethiek van de overtuiging en die van de verantwoordelijkheid in een pluralistische samenleving als de onze? Dergelijke overwegingen hebben mij ertoe aangezet een wetsvoorstel neer te leggen in de Kamer van Volksvertegenwoordigers met het oog op de oprichting van een Waardenoverleg en -adviescentrum. Het doel van dit wetsvoorstel is te voorzien in een wettelijk kader voor de oprichting en de werking van een waarden-overlegcentrum, ondersteund door het federaal Parlement. Het is de bedoeling een beperkt aantal verantwoordelijken (minder dan dertig) van de burgerlijke maatschappij (o.m. uit academische en wetenschappelijke kringen, sociaal-economische gesprekspartners, levensbeschouwelijke, humanitaire, ecologische, culturele en welzijnsorganisaties) en beleidsmensen van Kamer, Senaat, Regering en van Gewesten en Gemeenschappen samen te brengen in een institutioneel raam, ten einde een gestructureerde en voortdurende reflectie, discussie en dialoog aan te gaan over het waardenaspect van de grote beleidsopties en -evoluties in diverse domeinen. Het opzet van het Waarden-overlegcentrum (WOC) is beleid oriënterend en hopelijk en mogelijkerwijze beleidsbepalend. Het Parlement zou dergelijk overlegcentrum infrastructureel en budgettair opvangen en kracht bijzetten aan de standpunten en besluiten door het overlegcentrum geformuleerd. Ook de inhoudelijke inbreng van Parlement en Regering kan zeer nuttig zijn zodra beleidsmaatregelen op hun ‘menselijke waarde’ dienen beoordeeld. Evenwel heeft het WOC niets gemeen met een zoveelste parlementaire commissie. De onderwerpen van overweging en overleg in de schoot van een Waarden-overlegcentrum zijn legio. Beleidsopgaven dwingen steeds meer tot het uitbrengen van een ‘waarde-oordeel’ en dit niet enkel in bio-genetische, existentiële - abortus en euthanasie - of samenlevingskwesties. Elk beleid op elk gebied doet ethische vraagstellingen rijzen.
Onderstaande lijst, bij wijze van zeer onvolledige opsomming en onvolmaakt voorbeeld, is slechts een greep uit de waarde-problemen die zich aandienen of kunnen aandienen, nu en morgen, naar aanleiding van:
• Globalisering van de economie en universalisering van bepaalde ethische gedragsregels.
• Een concurrentiële markteconomie, haar voordelen en grenzen in de schoot van een economie ten dienste van de mens
• De rol en het normeren van het winststreven
• Internationale handel, ontwikkeling en onderontwikkeling.
• Een hervorming van de RSZ en de strijd tegen (kans)-armoede.
• Hervorming van het onderwijs en bevordering van de democratisering.
• Werknemersparticipatie in bedrijven en ondernemingsdoelmatigheid.
• Economische efficiëntie en sociale billijkheid.
• Economische groei en gelijkheid van kansen.
• Economische groei en behoud van het leefmilieu.
• Individueel streven naar nut en winst en maatschappelijke solidariteit.
• Mens en Men. Verhouding van burger tot bureaucratie.
• Internationale economische betrekkingen en mensenrechten.
• Wapenexport en behartiging van de vrede.
• vredeshandhaving en vredesstichting in de wereld.
• wetenschappelijke uitvindingen en ontdekkingen en menselijke Waardigheid.
• Internationalisering en geborgenheid.
• Media en maatschappelijk nut.
• Beroep en deontologie.
• Migratie en de hiërarchie van de solidariteit.
• De ethische grenzen van nationalisme, particularisme, globalisatie en universalisme.
• Rechtsorde, wetgeving en wetsvermijding, ontduiking en fraude.
• enz......
Het Waarden-overlegcentrum (WOC), indien opgericht, zou een uitermate belangrijke taak toegewezen krijgen van bewustmaking en maatschappelijke bewustwording in een samenleving die niet ‘van brood alleen’ kan leven en die wat spoorbijster lijkt in het huidige post-moderne tijdvak van onzekerheden en ‘fin de siècle’-syndromen. Ongetwijfeld is het WOC experimenteel in zijn streven naar beleidsnormering en verwoording van maatschappelijke waarden. Zijn leden beginnen aan een waagstuk. Wie evenwel geen risico neemt, maakt geen kans.
De verandering is de enige constante van de hedendaagse geschiedenis. Dit heeft de aanhoudende wervelstorm van innovaties, gebeurtenissen en trendbreuken, op alle domeinen van het individuele en maatschappelijke leven tijdens de jongste decennia met een ongekende intensiteit aangetoond. De belangrijkste vraag die hierbij rijst met het oog op de toekomst van onze samenleving, luidt: ‘hoe de om zich heen grijpende, alom oprukkende veranderingen omzetten in menselijke vooruitgang?’. Niet alle veranderingen leiden tot vooruitgang. Veel veranderingen moeten worden bijgestuurd, sommigen moeten worden bevorderd, anderen bestreden. Maar in het licht van welke criteria? Het wordt een steeds meer onontkoombare vraag, die doorstoot naar de betekenis van de ‘kwaliteit’ van het leven en dus naar het waardenaspect van het menselijk bestaan in een omwentelende maatschappelijke omgeving. Een fundamentele ethische vraagstelling is hiermede onlosmakelijk verbonden, waarbij van meet af aan moet worden onderstreept dat ethiek en moraal, met zijn imperatieven en verbodsbepalingen, geen synoniemen hoeven te zijn. Ethiek verwijst vooral naar een levensnorm die beoogt zin te willen geven aan het menselijk bestaan als persoon-met-anderen-in-de-samenleving, waarbij het zoeken naar een zin reeds op zich zin geeft aan de menselijke existentie. Allerlei wetenschappelijke onderzoeken wijzen uit dat veel burgers van de post-industriële maatschappij het opgegeven hebben enige existentiële zingeving na te streven, een bewijs, een gevolg maar ook een oorzaak van de grote radeloosheid van veel mensen. Naar het beleid toe groeit de nood om ‘menselijke vooruitgang’ - hoe vaag dit begrip of deze waarde ook moge klinken - te verheffen tot beleidsnorm in alle domeinen. En dan gaat het niet enkel om de politiek maar ook evenzeer om het bestuur in ondernemingen, ziekenhuizen, universiteiten, sociaal-economische organisaties, lokale, nationale en internationale instellingen. De roep om de kloof tussen het steeds abstracter wordende beleid - de heerschappij van MEN - en de bestemmelingen van dit beleid te dichten, klinkt steeds luider. De actuele toestand roept het beeld op van het dramatische schilderij van Edvard Münch ‘de schreeuw’, waarop een uitzinnig personage afgebeeld staat met een wijd opengespalkte, roepende mond in een desolaat landschap, wat erop wijst dat niemand hem hoort. Vanuit een meer praktisch standpunt veronderstelt het bovenstaande dat de inhoud van een ‘menselijke vooruitgangsnorm’ wordt ingevuld en aangevuld in een geest van samenspraak en medewerking tussen diverse maatschappelijke geledingen. Of dat tenminste in die zin een poging wordt ondernomen. Beleid en bestuur op alle niveau’s van maatschappelijke organisatie en in alle gebieden zijn immers nooit waardevrij. Welke waarden zijn bepalend voor de toekomst van onze samenleving? Kunnen ze worden aangeduid, laat staan omschreven? En hoe kunnen zij dienstig worden gemaakt aan het toetsen van optredende veranderingen en beleidsmaatregelen? Kan de spanning worden overbrugd tussen de ethiek van de overtuiging en die van de verantwoordelijkheid in een pluralistische samenleving als de onze? Dergelijke overwegingen hebben mij ertoe aangezet een wetsvoorstel neer te leggen in de Kamer van Volksvertegenwoordigers met het oog op de oprichting van een Waardenoverleg en -adviescentrum. Het doel van dit wetsvoorstel is te voorzien in een wettelijk kader voor de oprichting en de werking van een waarden-overlegcentrum, ondersteund door het federaal Parlement. Het is de bedoeling een beperkt aantal verantwoordelijken (minder dan dertig) van de burgerlijke maatschappij (o.m. uit academische en wetenschappelijke kringen, sociaal-economische gesprekspartners, levensbeschouwelijke, humanitaire, ecologische, culturele en welzijnsorganisaties) en beleidsmensen van Kamer, Senaat, Regering en van Gewesten en Gemeenschappen samen te brengen in een institutioneel raam, ten einde een gestructureerde en voortdurende reflectie, discussie en dialoog aan te gaan over het waardenaspect van de grote beleidsopties en -evoluties in diverse domeinen. Het opzet van het Waarden-overlegcentrum (WOC) is beleid oriënterend en hopelijk en mogelijkerwijze beleidsbepalend. Het Parlement zou dergelijk overlegcentrum infrastructureel en budgettair opvangen en kracht bijzetten aan de standpunten en besluiten door het overlegcentrum geformuleerd. Ook de inhoudelijke inbreng van Parlement en Regering kan zeer nuttig zijn zodra beleidsmaatregelen op hun ‘menselijke waarde’ dienen beoordeeld. Evenwel heeft het WOC niets gemeen met een zoveelste parlementaire commissie. De onderwerpen van overweging en overleg in de schoot van een Waarden-overlegcentrum zijn legio. Beleidsopgaven dwingen steeds meer tot het uitbrengen van een ‘waarde-oordeel’ en dit niet enkel in bio-genetische, existentiële - abortus en euthanasie - of samenlevingskwesties. Elk beleid op elk gebied doet ethische vraagstellingen rijzen.
Onderstaande lijst, bij wijze van zeer onvolledige opsomming en onvolmaakt voorbeeld, is slechts een greep uit de waarde-problemen die zich aandienen of kunnen aandienen, nu en morgen, naar aanleiding van:
• Globalisering van de economie en universalisering van bepaalde ethische gedragsregels.
• Een concurrentiële markteconomie, haar voordelen en grenzen in de schoot van een economie ten dienste van de mens
• De rol en het normeren van het winststreven
• Internationale handel, ontwikkeling en onderontwikkeling.
• Een hervorming van de RSZ en de strijd tegen (kans)-armoede.
• Hervorming van het onderwijs en bevordering van de democratisering.
• Werknemersparticipatie in bedrijven en ondernemingsdoelmatigheid.
• Economische efficiëntie en sociale billijkheid.
• Economische groei en gelijkheid van kansen.
• Economische groei en behoud van het leefmilieu.
• Individueel streven naar nut en winst en maatschappelijke solidariteit.
• Mens en Men. Verhouding van burger tot bureaucratie.
• Internationale economische betrekkingen en mensenrechten.
• Wapenexport en behartiging van de vrede.
• vredeshandhaving en vredesstichting in de wereld.
• wetenschappelijke uitvindingen en ontdekkingen en menselijke Waardigheid.
• Internationalisering en geborgenheid.
• Media en maatschappelijk nut.
• Beroep en deontologie.
• Migratie en de hiërarchie van de solidariteit.
• De ethische grenzen van nationalisme, particularisme, globalisatie en universalisme.
• Rechtsorde, wetgeving en wetsvermijding, ontduiking en fraude.
• enz......
Het Waarden-overlegcentrum (WOC), indien opgericht, zou een uitermate belangrijke taak toegewezen krijgen van bewustmaking en maatschappelijke bewustwording in een samenleving die niet ‘van brood alleen’ kan leven en die wat spoorbijster lijkt in het huidige post-moderne tijdvak van onzekerheden en ‘fin de siècle’-syndromen. Ongetwijfeld is het WOC experimenteel in zijn streven naar beleidsnormering en verwoording van maatschappelijke waarden. Zijn leden beginnen aan een waagstuk. Wie evenwel geen risico neemt, maakt geen kans.